-
1 emmerder
emmerder [ãmerdee]〈 vulgair〉♦voorbeelden:3 je l'emmerde • hij kan me wat, hij kan de pot opje les emmerde • ze kunnen barstenêtre salement emmerdé avec qc. • lelijk in zijn maag met iets zitten1 zich stierlijk, kapot vervelen♦voorbeelden: -
2 enquiquiner
enquiquiner [ãkiekienee]〈 informeel〉1 vervelen ⇒ op de zenuwen werken, pesten, zuigen♦voorbeelden:je suis bien enquiquiné • ik zit aardig in de puree -
3 contrefoutre
contrefoutre (se) (de) [kõtrəfoetr]♦voorbeelden: -
4 asseoir
asseoir [aaswaar]♦voorbeelden:1 faire asseoir qn. • iemand doen, laten plaatsnemenje l'ai assis sur mes genoux • ik heb hem op mijn schoot gezet4 ça m'assoit, j'en suis assis • ik sta perplex, paf♦voorbeelden:1 veuillez vous asseoir • neemt u alstublieft plaats, gaat u zittens'asseoir à table • aan tafel gaan (zitten)s'asseoir par terre • op de grond gaan zitten1. v1) neerzetten2) vestigen2. s'asseoirv -
5 se ficher de qn., de qc.
se ficher de qn., de qc.lak hebben aan iemand, ietsDictionnaire français-néerlandais > se ficher de qn., de qc.
-
6 ficher
1 doen ⇒ maken, uitvoeren♦voorbeelden:3 ficher qn. à la porte • iemand de deur uit zetten, gooien¶ va te faire fiche! • krijg de klere!je t'en fiche! • 〈 benadrukt tegenstelling tussen wat men verwachtte en de werkelijkheid〉dat had je maar gedacht!♦voorbeelden:se ficher qc. dans la tête • zich iets in het hoofd halense ficher de qn. • iemand voor de gek houdense ficher de qn., de qc. • lak hebben aan iemand, ietsse ficher en colère • driftig wordense ficher dedans • zich lelijk vergissen→ doigt————————ficher2 [fiesĵee]〈 werkwoord〉3 in een kaartsysteem opnemen ⇒ op fiches zetten, brengen♦voorbeelden:être fiché • geregistreerd zijn -
7 s'asseoir dessus
s'asseoir dessus -
8 contrebalancer
contrebalancer [kõtrəbaalãsee]1 compenseren ⇒ opwegen tegen, een tegenwicht vormen voor♦voorbeelden:¶ s'en contrebalancer • er lak aan hebben, zich er geen barst van aantrekken1. vopwegen (tegen), compenseren2. s'en contrebalancerv -
9 s'en contrebalancer
s'en contrebalancerer lak aan hebben, zich er geen barst van aantrekken
См. также в других словарях:
Mensch — 1. A verzagte Möntsch isch im Himmel nid sichar. (Bern.) – Zyro, 108. 2. Ach, Mensch, betracht , wie Gott verlacht all deinen Pracht, der in einer Nacht wird zu nichts gemacht. – Gerlach, 9. 3. Ain verkerter mensch richtet hader an vnd ain… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon